Kunnen honden als huisdier een volwaardig leven hebben?

Gepubliceerd op 28 januari 2025 om 16:35

Al sinds de prehistorie leven mensen samen met honden. Honden vervullen daarbij een veelheid aan functies. Het is lastig om een eenduidig beeld te geven van de onderlinge verhouding die tussen mensen en honden in alle verschillende culturen en tijdsgewrichten heeft bestaan. Zeker is wel dat de manier waarop men in de Westerse wereld tegen honden aankijkt gaandeweg sterk is veranderd. Waar deze dieren vroeger vooral werden gebruikt als hulp bij allerhande werkzaamheden fungeren ze tegenwoordig voornamelijk als gezelschapsdier.1. Ze worden eerder vertroeteld dan aan het werk gezet en veel mensen voelen een innige band met hen. 

Hoewel we ons geen illusies hoeven te maken over het leven van honden in vroegere tijden, is het niet gezegd dat ze tegenwoordig beter af zijn. Kunnen honden als huisdier eigenlijk wel een volwaardig leven hebben? Dat is de centrale vraag in dit blog.  

Hoe het leven van mensen en honden veranderde

Aanvankelijk leefden honden buiten, net als mensen. De domesticatie begon met de inzet van (wilde) honden voor de jacht, in ruil waarvoor ze voedsel kregen. Met de komst van de landbouw evolueerde hun rol naar het bewaken van vee. Ook dienden ze in de loop der tijd steeds vaker ter ondersteuning bij zwaar werk. Daarnaast werden honden meer en meer gehouden als gezelschap voor de mens.  

Gaandeweg werden honden steeds afhankelijker van mensen en daarom gingen ze automatisch mee met alle maatschappelijke ontwikkelingen. Door de toenemende verstedelijking verplaatste niet alleen het leven van mensen zich steeds meer van buiten naar binnen, maar ook dat van de honden die met hen samenleefden. In onze overgereguleerde Westerse samenleving werd hun fysieke vrijheid steeds meer beperkt. Waar het bijvoorbeeld tot enkele decennia geleden nog volstrekt normaal was dat honden los over straat rondliepen geldt nu overal in de openbare ruimte een aanlijnplicht. Honden zijn in principe nergens welkom, tenzij expliciet het tegendeel wordt aangegeven. 

Het leven van de gemiddelde hond 

Het gezamenlijk bewonen van een huis door mensen en honden lijkt vanzelfsprekend, maar levert in de praktijk ook vaak problemen op. De meeste ‘baasjes’  vinden het gezellig als ‘hun’ 3 hond zoet aan hun voeten ligt. Ook genieten ze ervan hun hond zo af en toe te knuffelen of samen te spelen. Maar minder blij zijn ze met rondvliegende haren, vlooien en kapotgebeten kussens. Ook vergaat velen van hen de lol als hun hond blaft naar elke voorbijganger, met vieze poten op de bank springt of hijgend staat te rijden op de knie van hun bezoek. Honden worden dan ook voortdurend tot de orde geroepen. Ze moeten zich conformeren aan de menselijke maatstaven en mogen vooral niet te nadrukkelijk aanwezig zijn. Problematischer nog is het feit dat mensen hun bezigheden tegenwoordig veelal buitenshuis hebben, waardoor hun dierlijke huisgenootjes dagelijks vele uren in eenzaamheid slijten tussen vier muren.  

Honden zijn groepsdieren en kunnen gestrest en depressief raken als ze lang alleen zijn. Ze krijgen in hun eentje bovendien geen enkele prikkel en hebben niets te doen. Ze moeten lijdzaam afwachten tot er iemand thuiskomt die aandacht voor ze heeft, met ze naar buiten gaat en zo hun saaie bestaan eventjes doorbreekt. Eventjes, want in veel gevallen bestaat de wandeling uit niet meer dan een ommetje aan de lijn. Tijdens hun uitlaatmomenten staan honden bol van energie, maar mogen ze bijna niets. Het is een trekken tussen het dier en zijn of haar begeleider. De hond wil stilstaan en snuffelen, blaffen, rennen of graven, terwijl het baasje uit alle macht probeert deze neigingen onder controle te houden. Contacten met andere honden worden in de kiem gesmoord, uit angst voor gevechten of seksuele gedragingen. Dit alles leidt tot grote frustraties bij de hond. Eenmaal thuisgekomen wordt de hond vriendelijk doch dringend verzocht weer zijn of haar mand op te zoeken, alwaar de verveling opnieuw toeslaat.

Daar komt nog bij dat het aantal honden sinds de coronaperiode explosief is toegenomen. In 2023 waren er in Nederland ca 1,8 miljoen honden, zo’n 2% meer dan in het jaar 2019. Concreet betekent dit dat 18,2 procent van alle huishoudens een of meer honden heeft.4  Op straat levert de nabijheid van zo veel soortgenoten zonder de mogelijkheid om elkaar rustig te besnuffelen of juist van elkaar weg te lopen voor veel honden extra spanning op. Ze staan bloot aan ongewoon veel prikkels, maar krijgen niet de kans om hier op een normale manier op te reageren. Proberen ze dit wél, dan levert dit een reprimande op van het baasje, wat de stress alleen maar erger maakt.  

De meeste honden worden dus voortdurend beknot in hun spontane natuurlijke gedrag en behoeften. Kun je dan nog wel spreken van een volwaardig leven?

Natuurlijk zijn er ook veel honden die dagelijks uitgebreid kunnen rennen en spelen, en die worden gezien en gerespecteerd zoals ze zijn. Toch is het de vraag of zelfs deze honden een volwaardig leven hebben. 

De verhouding tussen mensen en honden 

Er wordt veel geschreven over de verhouding tussen mensen en honden. De meeste mensen houden oprecht veel van hun hond en sparen kosten noch moeite om haar of hem zo goed mogelijk te verzorgen. Vaak fungeert een hond als vervanging van menselijk gezelschap. De trend om honden, huisdieren in het algemeen, te vermenselijken is opvallend. Tal van onderzoeken tonen aan dat een hond vrijwel altijd wordt beschouwd als een volwaardig gezinslid 5. Veel mensen zien hun hond zelfs als een baby, een schattig hulpeloos wezentje, dat ze moeten beschermen en verzorgen. Honden voorzien duidelijk in behoeften van mensen en het ‘bezit’ van een hond blijkt bij te dragen aan hun persoonlijke, sociale en emotionele identiteit. 6

Het is een vreemde contradictie dat de toenemende vermenselijking van honden gepaard gaat met een steeds verdergaande aantasting van hun autonomie. Mensen lijken het vanzelfsprekend te  vinden dat honden in vrijwel alle opzichten volledig afhankelijk van hen zijn. Hoeveel geld en goedbedoelde aandacht ze ook aan hun honden besteden, ze gaan volledig voorbij  aan het feit dat het gaat om individuen met eigen behoeften, meningen en gevoelens. Juist omdat honden loyaal en volgzaam zijn is het risico extra groot dat hún wensen niet meer worden gezien. 

Tot nu toe focussen wetenschappelijke studies naar de samenleving met honden vooral op de voordelen hiervan voor de mens, zonder te kijken naar de manier waarop honden deze relatie zelf ervaren.7 Maar schept hun volledige afhankelijkheid niet juist de verplichting voor de mens om zich zo goed mogelijk in deze individuen te verdiepen?  

Een beoordelingskader voor een volwaardig leven

Om te bezien hoe meer recht kan worden gedaan aan de behoeften van honden heb ik aansluiting gezocht bij de capabilitybenadering van de Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum, die zij heeft beschreven in haar boek Justice for Animals. 8

In dit boek stelt Nussbaum dat elk levend wezen dat zich bewust is van de wereld om zich heen recht heeft op een volwaardig, zelfgekozen, bloeiend leven dat past bij zijn of haar eigen (soort)-specifieke behoeften en doelen. Aan de hand van de door haar uitgewerkte capabilitybenadering, die door de Verenigde Naties wordt gebruikt als leidraad om de welvaart van de inwoners van een land te kunnen meten, bespreekt Nussbaum hoe deze benadering ook toegepast zou kunnen worden voor het verbeteren van dierenwelzijnswetgeving. 9

De capabilitybenadering gaat ervan uit dat pas sprake is van een rechtvaardige samenleving als elke individuele burger in ieder geval een minimum aan mogelijkheden (capability’s 10) heeft om het eigen leven vorm te geven. Iedere burger moet daarbij vrij zijn om te kiezen welke van die mogelijkheden hij of zij al dan niet wil benutten. Hoewel de behoeftes per land en individu inhoudelijk kunnen verschillen, heeft Nussbaum een basislijst opgesteld met tien universele elementaire capability’s voor  een volwaardig leven. Behalve te kunnen leven in veiligheid en gezondheid moeten burgers de mogelijkheid hebben om zich intellectueel, affectief en creatief te ontwikkelen, om relaties met anderen aan te gaan, om te spelen en te onderzoeken, om plannen en morele keuzes te maken en om controle te hebben over de eigen omgeving.11 

Nussbaum past bovengenoemd principe ook toe op dieren, omdat ook dit wezens zijn die actief streven naar een volwaardig en bloeiend leven. Idealiter zou voor elke diersoort een specifieke lijst met capability’s kunnen worden opgesteld op basis van gedegen kennis over de betreffende soort. 12 Zolang soort-specifieke lijsten echter ontbreken kan de universele lijst volgens Nussbaum in vrijwel alle gevallen ook voor dieren als uitgangspunt dienen.13 De mogelijkheden op die lijst reiken veel verder dan de huidige standaardrechten voor dieren, die zich beperken tot het recht op leven, gezondheid en lichamelijke integriteit en die tamelijk eng worden geïnterpreteerd. Nussbaum daarentegen hanteert veel bredere definities: zij verstaat bijvoorbeeld onder gezondheid en lichamelijke integriteit ook de mogelijkheid tot bewegingsvrijheid en voortplanting. Ook moet elk levend wezen zelf betrokken kunnen zijn bij de manier waarop het een sociale relatie wil aangaan.

De tien capability’s zijn dus fundamenteel voor een volwaardig leven, niet alleen van mensen, maar ook van andere dieren. Als we de lijst van Nussbaum toepassen op de situatie van honden 14  wordt pijnlijk duidelijk hoeveel ze moeten missen. 15    

Wetgeving 

Het is primair de verantwoordelijkheid van de politiek om te beslissen welke rechten voor dieren wettelijk worden vastgelegd.  Ook al is er steeds meer aandacht voor dierenwelzijn, het ontbreekt in wetgeving nog steeds aan werkelijke doorbraken. De intrinsieke waarde van dieren wordt inmiddels bij wet erkend en leidt ertoe dat er schoorvoetend meer regels voor dierenwelzijn worden opgesteld. Daarbij ligt de focus echter met name op bedrijfsmatig gehouden dieren. Hoewel ook de voorschriften ten aanzien van deze laatste groep nog volstrekt ontoereikend zijn, is de aandacht in de wet voor gezelschapsdieren enkel gericht op de meest basale zaken, zoals het voorzien in voldoende eten en drinken, frisse lucht en een schoon hok.16 Los van het feit dat het toezicht hierop ernstig tekortschiet, kent de wet verder amper regels voor het welzijn van huisdieren, laat staan dat die in de buurt komen van de mogelijkheden uit de capabilitybenadering.

Naar een volwaardig leven 

Er is een groeiend besef van de manier waarop mensen met dieren omgaan. Dat ook huisdieren net als landbouwdieren een gemankeerd leven leiden wordt echter noch in de politiek noch in de samenleving voldoende erkend. Hoewel ik mij in dit blog heb beperkt tot honden geldt de vraag rond een volwaardig leven natuurlijk voor álle huisdieren.

Is de tijd niet rijp voor een andere benadering van huisdieren, met veel meer oog voor hun autonomie? Diepgaand wetenschappelijk onderzoek zal meer inzicht kunnen geven in de behoeften van de verschillende soorten huisdieren en kunnen leiden tot wezenlijke verbeteringen in de kwaliteit van hun leven. Ongetwijfeld zullen de wetenschappelijke bevindingen nieuwe vragen oproepen, al zal het streven naar een gelijkwaardige relatie met dieren ons nooit genoeg kunnen bezighouden. 

Deze blog is geschreven door Joeri Saelman, lid van de Werkgroep Onderzoek van het Centrum voor DierMens Studies, en tevens besproken binnen de werkgroep. Middels het schrijven van blogs wil de werkgroep vragen agenderen vanuit de diverse wetenschappelijke werkvelden van DierMens studies onder meer omtrent spanningsvelden tussen praktijk en wetenschap. Via blogs wil de werkgroep uitnodigen tot discussie en mogelijk verder onderzoek. 

Notes

  1. Ook tegenwoordig worden honden ingezet voor allerlei doeleinden, zoals in de zorg, de jacht, als erfbewaking en  bij de politie. Het overgrote deel van de honden fungeert vandaag de dag echter als huisdier.  
  2. Honden worden al eeuwen als gezelschapsdier gehouden, maar de schaal waarop dit tegenwoordig gebeurt is ongekend. 
  3. Waar gesproken wordt van ‘hun of zijn hond’  is niet bedoeld een eigendomsrelatie aan te duiden. Ook het woord ‘baasje’ moet niet letterlijk worden genomen. 
  4. Aeres Hogeschool Dronten, Petmonitor 2024, https://www.aereshogeschool.nl/petmonitor
  5. O.a. Charles, N. (2016), Post-Human Families? Dog-Human Relations in the Domestic Sphere, Sociological Research Online; Hens, K. (2008, (Ethical Responsibilities Towards Dogs: An Inquiry into the Dog–Human Relationship, Springer Science+Business Media B.V.
  6. O.a.: Boy, H. Dotson, M, Hyatt, E, (2012), Dimensions of the dog – human relationship: A segmentation approach, Journal of Targeting, Measurement and Analysis for Marketing, McMillan Publishers; Belk, R. W. (1988) Possessions and the extended self. Journal of Consumer Research 15 (2): 139 –168; Jyrinki, H. (2011) Pet-related consumption as a consumer identity constructor. International Journal of Consumer Studies 36 (1): 1 –7 
  1. O.a.: Janssens, M. ,Eshuis, J. e.a. (2020), The Pet-Effect in Daily Life: An Experience Sampling Study on Emotional Wellbeing in Pet Owners Faculty of Psychology, Open University; Heerlen, Netherlands ,Department of Psychiatry and Psychology, School for Mental Health and Neuroscience, Maastricht University Medical Centre; Maastricht, Netherlands; Jacobs Bao, K. , Schreer, G.( 2016) Pets and happiness: examining the Association between Pet Ownership en Welbeing,   Anthrozoös, volume 29, 2016 
  2. Nussbaum, M, (2023), Justice for Animals, Our Collective Responsability, Simon & Schuster
  3. Nussbaum, Justice for Animals, 80-88
  4. In verband met de moeilijke vertaalbaarheid van het woord wordt  in deze tekst de oorspronkelijk Engelse term gebruikt.
  5. Nussbaum, Justice for Animals ,88-89
  6. Nussbaum, Justice for Animals, 99-105
  7. Nussbaum, Justice for Animals, 98
  8. Dit geldt uiteraard niet alleen voor honden, maar voor álle gehouden dieren. 
  9. Nussbaum stelt dat honden en andere huisdieren als gevolg van de doelbewuste domesticatie door de mens zodanig zijn geëvolueerd dat zij niet anders meer kunnen leven dan in een ‘ongelijkwaardige symbiotische relatie’ met de mens.  Zij pleit ervoor huisdieren te behandelen als kinderen of mensen met een ernstige verstandelijke beperking, die eveneens de bescherming en begeleiding van andere mensen nodig hebben maar wel beschouwd worden als burgers met eigen rechten. Nussbaum, Justice for Animals, 193-204
  10. Wel zijn er veel landelijke en Europese regels gericht op het tegengaan van schadelijke fokmethodes en illegale hondenhandel 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.